Wat is een AED?
AED is een afkorting voor Automatische Externe Defibrillator. Een AED is een draagbaar medisch apparaat dat ingezet kan worden bij een hartstilstand. De AED kan vol- of semi-automatisch een elektrische schok aan het hart geven, waardoor het hart weer een normaal hartritme kan krijgen.
Wat is een hartstilstand?
Bij een hartstilstand circuleert er geen bloed meer door het lichaam. Dit is meestal het gevolg van een hartritmestoornis, waarbij de pompfunctie van het hart stopt. De term ‘hartstilstand’ kan verwarrend zijn, omdat het hart niet altijd daadwerkelijk stopt met kloppen, maar bijvoorbeeld chaotisch trilt of fibrilleert. De spieren, organen en hersenen krijgen daardoor geen zuurstof meer, wat ernstige gevolgen kan hebben.
Een AED vergroot de overlevingskans aanzienlijk
Heeft iemand een hartstilstand? Dan geldt: hoe eerder de reanimatie (hartmassage en beademing) en defibrillatie worden toegepast, hoe groter de overlevingskans. Het is daarom belangrijk dat er altijd snel een AED ter plekke kan zijn. De Nederlandse Hartstichting hanteert hierbij de 6-minutenzone: in deze tijd kun je 112 bellen, de reanimatie starten én een AED inzetten. Lukt dit alles in zes minuten? Dan vergroot je de overlevingskans van het slachtoffer aanzienlijk.
Je gebruikt een Automatische Externe Defibrillator (AED) om bij een hart dat fibrilleert een normaal hartritme te stimuleren. Dit doet een AED met behulp van een elektrische schok. Om te bepalen of een schok nodig is, detecteert de AED altijd eerst of er een schokbaar ritme is.
Is er een schokbaar ritme? Dan bepaalt een volautomatische AED wanneer een elektrische schok aan het hart toegediend moet worden. Bij een semi-automatische AED druk je zelf op een knop om deze schok toe te dienen.
Een AED geeft geen schok als het hart echt stil staat en geeft ook geen schok als iemand bewusteloos is, terwijl het hart wel goed klopt.
Een volautomatische AED bepaalt wanneer een elektrische schok aan het hart toegediend moet worden om een normaal hartritme te stimuleren. Bij een semi-automatische AED moet je zelf op een knop drukken om de schok toe te dienen.
Je zet een AED-apparaat aan met de AAN-knop, of door de klep te openen. Hierna start de gesproken en/of visuele instructie die je helpt om de AED te gebruiken. Als eerste plak je twee zelfklevende elektroden op de ontblote borst van het slachtoffer. Hierna analyseert de AED het hartritme. Constateert het apparaat hartactiviteit en is een schok nodig? Afhankelijk van het type en merk AED dien je de schok nu zelf toe met een knop, óf de AED dient de schok automatisch toe. Het doel van deze elektrische schok is om het fibrilleren te stoppen, zodat het hart weer een normaal ritme kan oppakken.